SARS is een relatief recent gediagnosticeerde aandoening die meestal begint met koorts, vaak gepaard gaand met andere symptomen zoals hoofdpijn, malaise, spierpijn of diarree. Na ongeveer 3-7 dagen na dit prodroom ontwikkelt de patiënt hoest (meestal niet productief) en kortademigheid. Afwijkingen in laboratoriumbevindingen kunnen leukopenie, trombocytopenie en verhoogde waarden van creatininefosfokinase of transaminasen omvatten. De bevindingen op röntgenfoto's van de thorax variëren van normaal of bijna normaal tot het klassieke alveolo-interstitiële patroon dat wordt gezien bij ARDS. Zowel interstitiële als alveolaire infiltraten zijn beschreven. Omdat er momenteel geen specifieke test voor SARS bestaat en de definitie vrij breed is, wordt SARS doorgaans beschouwd als een uitsluitingsdiagnose. Er zijn gevallen gevonden in meer dan twintig landen en het sterftecijfer ligt op het moment van schrijven onder de 10%, ruim onder de aanvankelijk gevreesde niveaus van dodelijkheid. Er wordt aangenomen dat de overdracht van persoon tot persoon plaatsvindt en waarschijnlijk voornamelijk via druppelverspreiding. De incubatietijd bedraagt ​​2-7 dagen. Het meeste beschikbare bewijs wijst op coronavirussen als etiologische agentia. Het coronavirus werd tot nu toe vooral beschouwd als een veroorzaker van verkoudheid.